Voor Henk van Zuiden
klep dicht en gewoon doorademen, ouwe homo
sapiens, ludens, erectus. zoveel zaad verspild, loos
als in duinen; een wattig bestaan, katers in de namiddag
kunnen we met de buik vooruit het leed doorklieven?
waar buik was blijft leegte achter. de eenzaamheid
van de buikboksfinale; laatste ronde – bit in en gaan.
wat weegt zijn de mensen. het onverzettelijke gewicht
van een vader, een moeder, een zus – de wijze waarop
papier zich tot een vuist balt, machteloos als dorst
is man, deze man, alleen, of twee mannen, plotseling
verdubbeld. zo dragen we ons verlies – als twee mannen
rechten we de rug. nog één keer, en dan opnieuw.